De student werkt in dit vak aan de ontwikkeling van beroepsvaardigheden die nodig zijn om aan een groep leerlingen les te kunnen geven. Het gaat enerzijds om ontwerpvaardigheden (organiseren van een efficiënte les en het kunnen geven van een heldere, gestructureerde instructie) en anderzijds om het omgaan met een groep (scheppen van een veilige, stimulerende omgeving voor de leerlingen, zodat zij (vak)kennis, -vaardigheden en houdingen kunnen verwerven en toepassen). Daarnaast leert de student te reflecteren op zijn/haar didactisch en pedagogisch handelen en dat handelen theoretisch te onderbouwen. Tijdens het vak maakt de student drie opdrachten waarin lessen geobserveerd en geanalyseerd worden. Daarvoor herontwerpt de student observatieschema’s aan de hand van inzichten uit de literatuur en eigen behoeften voor de lespraktijk en leren. In de eerste opdracht (ILO-lesweek 1-2) observeert de student een les van de werkplekbegeleider en in de tweede opdracht (ILO-lesweek 3-4) volgt de student één klas bij drie verschillende collega’s. In de derde opdracht observeert de student een eigen les, door middel van een video-opname (ILO lesweek 5-6).
- We willen u als werkplekbegeleider vragen om te faciliteren dat de student de ruimte krijgt om verschillende lessen te observeren bij u en bij uw collega’s en eenmalig een lesopname van een eigen les te kunnen maken.
Overzicht thema’s per week
PAD A is opgebouwd uit een werkcollege, gevolgd door een practicum gericht op pedagogische en didactische vaardigheden. In de colleges en practica worden diverse activerende werkvormen gemodelleerd, zoals peer-feedback, kringgesprek en rollenspel. Hieronder vind je een overzicht van de thema’s van de werk- en practicumcolleges per week.
Thema werkcollege | Thema practicumcollege | |
Week 0 | Startpracticum Observeren en reflecteren Werkvorm: video-analyse |
|
Week 1 | Starten met een veilig leerklimaat (werkcollege)
Centrale begrippen: leraar-leerlingrelatie, basisbehoeftes (autonomie, gevoel van competentie, sociale verbondenheid). |
Contact maken met de leerlingen Werkvorm: kringgesprek |
Week 2 | Het ontwerpen van een les (werkcollege)
Centrale begrippen: beginsituatie, curriculum, leeractiviteiten, sleutelbegrippen effectief leren / directe instructie (heldere opbouw in de structuur van de leerstof; leerstof op het juiste niveau aanbieden; betekenis geven aan de leerstof; individuele aanspreekbaarheid; zichtbaarheid van leren/denken; aandacht voor nieuwsgierigheid en motivatie) |
Het begin van de les Werkvorm: video-analyseKern van de les meenemen, begin van een les observeren |
Week 3 | Leidinggeven aan een groep (werkcollege)
Centrale begrippen: pedagogisch klimaat, klassenmanagement, lesstructuur, les- en klassenorganisatie, escalatieladder |
Uitleg geven Werkvorm: micro-teaching Extra: Professioneel Spreken |
Week 4 | Leren zichtbaar maken (werkcollege)
Centrale begrippen: formatief evalueren/handelen, niveaus van feedback (op taak, proces, zelfregulatie of persoon; feedup, feedback en feedforward; positieve en negatieve), peerfeedback, growth-mindset, constructive alignment |
Feedback geven Werkvorm: (rollen)spel Leerlingwerk meenemen |
Week 5 | Groepsdynamiek (werkcollege)
Centrale begrippen: interactiepatronen, inhoud- en betrekkingsniveau, Roos van Leary, fasen in groepsvorming. |
Een samenhangende les ontwerpen: aansluiten bij de beginsituatie Werkvorm: peer-feedback Lesplanformulier meenemen (bv. voor Lesontwerp 1) |
Week 6 | Reflectie op pedagogisch-didactische visies (werkcollege)
Aandacht voor vormen van reflectie (uit jezelf, de leerling, theorie) en het nut van reflectie. |
Reflectie op de eigen pedagogisch-didactische visie Werkvorm: kringgesprek |
Na het volgen van Pedagogiek en Algemene Didactiek A gaat de student verder met Pedagogiek en Algemene Didactiek B.